Liturgie

Eucharistieviering 19 april 2015

Slotgedachte:

Die geboren worden
zijn bestemd om te sterven;
de doden om te herleven.

Geloven is nooit vanzelfsprekend.
Het wordt vaak aangevochten,
niet alleen van buitenaf,
maar ook van binnenuit:
vanuit het hart van de mens die zegt:
dat kan toch niet,
opstaan uit de dood, leven na de dood.

Tegen die aanvechting van het geloof in de verrijzenis
is maar één geneesmiddel:
“Raak mij aan”, zei Jezus.

Zijn wonden aanraken,
niet om Hem op aarde lijfelijk bij te houden.
Dat kan niemand.
Maar je kunt wel de wonden van zoveel medemensen aanraken.
En helpen dat het ook voor hen
Pasen wordt:
verrijzenis,
leven,
hoop
en toekomst.

Overweging:

Er was eens een bloem, die
– niemand weet hoe en waarom –
stond te bloeien tussen de stenen.

Er kwam een man voorbij.
Hij vond die bloem zo mooi,
en dacht:
“Ik neem die bloem mee naar huis,
dan kan iedereen in de stad
genieten van haar schoonheid.”
Na enkele dagen echter
verwelkte de bloem.

Er was eens een bloem, die
– niemand weet hoe en waarom –
stond te bloeien tussen de stenen.

Er kwam een kind voorbij.
Het dacht:
“Die bloem is zoals ik:
alleen, verlaten,
zo maar langs de straat.”
Het kind zorgde voor de bloem:
het bracht aarde aan
en water en mest.
De bloem werd een tuin…