Wanneer nader je Kerstmis het beste?
Als je de veelheid en de haast
achter je laat en het stil laat worden.
Zoals is de stilte van een nacht vol sterren
of in de witheid van besneeuwde velden.
Want Kerstmis is er eigenlijk pas
als je je van binnen met iets kunt verbinden.
Iets dat te maken heeft met het zachte en tere
van een geboorte.
Van het leven zelf,
dat spreekt in een kind.
Kerstmis is een tijd van inkeer.
Tussen alle bedrijven door,
temidden van de drukte voor kerst,
halt houden.
Jezelf de vraag stellen wat er in je leeft
en waar je naar verlangt.
In het donker van de tijd van het jaar,
in het donker van de nacht,
kun je uitzien naar het licht.
Een licht dat ook over je eigen leven valt
en iets in jezelf beroert.
Een licht dat je raakt....
Je hoeft alleen maar uit handen te geven,
niets overeind te houden,
te luisteren naar het verlangen van je hart.
Door het donker heen,
door je kwetsbaarheid en verdriet,
door alle levensvragen heen
is er soms een zacht licht
dat op een tak valt
of op een kind
dat in een kribbe ligt.
De verbinding met het leven is er,
en met het licht;
altijd weer wordt het geschonken.
Met Kerstmis zie je uit
naar de terugkeer van het licht
en naar de geboorte ervan
in je zelf.
Als het ontvankelijk wordt in je en stil,
valt er een nieuwe licht over je bestaan.
Ik geloof in de kerstengel …
In de kerststal staat ook een engel.
Hij hangt boven de andere figuren en wat doet hij?
Hij houdt zijn vleugels open,
maar niet om weg te vliegen,
want op een engel kan je rekenen,
die laat niemand niet in de steek.
Hij houdt zijn vleugels open
als in een beschermend gebaar,
als teken van geborgenheid:
vertoef maar veilig onder Zijn vleugels.
De engel is er en brengt een boodschap,
een blijde boodschap, want hij zingt ze uit.
Hij zingt over de redder die geboren is,
over Jezus die een redder zal worden
voor heel de wereld en misschien ook voor ons.
Hij zingt over de vrede die komen kan op aarde,
over God die er behagen in heeft
en op alle mensen durft rekenen,
om die vrede vorm te geven.
Eén engel is er en er komen er nog bij:
een heel koor van zingende engelen.
“Glorie, glorie, eer aan God …”.
Zo zijn de engelen blijkbaar ook:
zij verwijzen naar God die hen zendt.
Engelen doen ons opkijken naar een God die wij niet zien:
langs engelen kunnen wij Hem soms beter horen, voelen, nabij weten.
De engel hangt boven een eenvoudige stal:
hij schaamt zich daar niet voor.
Hij kent immers de schamelheid van ieder mensenleven.
Hij is graag bij ons, in ons dagelijks leven en werken,
in ons wroeten en in onze onhebbelijkheden.
Hij hangt er in de buurt en wij mogen hem aanspreken.
Hij doet niets liever dan ons te hulp komen,
ons opwarmen, ons troosten, ons weer anders verder doen gaan.
Er zijn misschien veel engelen van mensen rondom je.
God wenst het jou toe.
Maar ik geloof ook, dat er voor ieder van ons
een engel is van Hem.
Een engel die jou beschermt en zingt voor jou:
‘Mag ik jou geleiden naar vrede … in gans het nieuwe jaar …?’.
Inleid Inleiding:
Kerstmis,
het feest van een Redder,
een man van vrede, een zingever.
Woorden van aanmoediging en meevoelen
op elk moment van ons leven.
Kerstmis,
Ik wil jouw licht ontsteken, zegt de Heer.
Ik ben het die jouw vlam doet branden en jou doet leven.
Ik verlang dat ook jij licht zou worden in deze tijd.
Vraag niet hoelang, voor wie of waarvoor…
Maar laat je leven branden,
dan kan Ik door jou wat warmte in deze wereld brengen.
SloS Slotgedachte:
Kerstmis
dit is dé dag...
van vrede, vreugde,
van een nieuw begin:
Een kind wordt ons geboren,
elk jaar zo zingen wij
begeleid door engelenkoren.
Waar begin jij?
Wat doe jij?
Wat heb jij toe te voegen
in die wereld van vandaag
aan vrede, vreugde,
aan nieuwe zin,
aan dit nieuwe begin?
Een nacht
van stilte en verwondering.
Een ster
die als een teken
aan de hemel staat.
Een kind
dat in zijn weerloosheid
mensen ontwapent.
Het is zowaar ondenkbaar
in deze wereld.
En toch.
Nog steeds zijn er
eenvoudigen van hart
die voorrang geven
aan het kleine en geringe.
Ja, er zijn herbergen van hoop
toegankelijk voor ieder
die naar vrede tracht.
En dan diegenen die
een ketting vormen tegen onrecht.
Zo voltrekt zich het wonder
van de menswording
waar God zich telkens weer
kan laten zien in mensen.